Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Kaderwet diervoeders

 

Artikel 26
1
Met betrekking tot binnen het grondgebied van Nederland aanwezige toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders die niet voldoen aan het bepaalde bij of krachtens deze wet, dan wel waarvan wordt vermoed dat zij daaraan niet voldoen of de gezondheid van mens of dier of het milieu in gevaar kunnen brengen, kan Onze Minister maatregelen treffen. Deze maatregelen kunnen onder meer inhouden:
a
een verbod op het vervoeren, be- of verwerken en in het verkeer brengen;
b
een verbod op het vervoederen aan dieren;
c
de verplichting tot tijdelijke opslag;
d
de verplichting tot vernietiging of uit de handel nemen;
e
de verplichting tot ontsmetting, dan wel een andere passende behandeling;
f
de verplichting tot terugzending naar het land van oorsprong;
g
de verplichting om houders, dan wel vermoedelijke houders van de producten onverwijld en op doeltreffende wijze op de hoogte te stellen, en
h
de verplichting om in het verkeer gebrachte producten op te halen en centraal op te slaan;
i
de verplichting tot het identificeren en registreren van producten.
2
De in het eerste lid bedoelde maatregelen houden geen risico's in voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu.
3
De kosten van de in het eerste lid bedoelde maatregelen komen ten laste van degene die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van de producten, de eigenaar of de houder van de producten.
4
De in het eerste lid bedoelde maatregelen kunnen onder voorwaarden en beperkingen worden opgelegd. Aan de maatregelen kunnen voorschriften worden verbonden.
5
De in het eerste lid bedoelde maatregelen kunnen voor een of meer afzonderlijke zendingen of partijen, dan wel ten algemene worden voorgeschreven.
6
Een ieder die partijen toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders onder zich heeft of heeft gehad met betrekking waartoe maatregelen als bedoeld in het eerste lid zijn getroffen of voorgeschreven, verstrekt op het eerste verzoek van Onze Minister inlichtingen omtrent herkomst en verhandeling van deze partijen.
7
Onze Minister kan dit artikel van overeenkomstige toepassing verklaren op de ingevolge artikel 2, vierde lid, aangewezen producten.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •